Oorlog / Guerre

Fragment 7 van 8

Het plezier van de tekst let niet op ideologie. Maar deze onbeschaamdheid vloeit niet voort uit liberalisme, maar uit perversie: de tekst, zijn lezing zijn gespleten. Wat overstroomd, stukgeslagen wordt, is de morele eenheid die de maatschappij van ieder eist. Wij lezen een tekst (van plezier) zoals een vlieg in de ruimte van een kamer rondvliegt: met plotselinge, bedrieglijke, besliste, drukke en nutteloze zigzagbewegingen: de ideologie trekt over de tekst en zijn lezing als de blos over een gezicht (in de liefde proeven sommigen in dit blozen een erotisch genoegen); iedere schrijver van plezier wordt door zulke stomme blozingen overvallen (Balzac, Zola, Flaubert, Proust: alleen Mallarmé is misschien meester over zijn huid): in de tekst van plezier zijn de tegengestelde krachten niet langer de toestand van verdringing maar van wording: niet is werkelijk antagonistisch, alles is meervoudig. Soepel glijd ik door de nacht van de reactie. In Fécondité van Zola bijvoorbeeld is de ideologie zonneklaar, bijzonder kleverig: naturisme, familialisme, kolonialisme; dat verhindert echter niet dat ik in het boek verder lees. Is deze vervorming banaal? Men kan eerder de huishoudelijke handigheid verbluffend vinden, waarmee het subject zich deelt, zijn lezen verdeelt, weerstand biedt aan de besmetting van het oordeel, aan de metonymie van de tevredenheid: zou de reden daarvan zijn dat het plezier objectief maakt?

PvdT: 40, PdT: 52, OC3: 1510, OC5: 237


Noten en annotaties

Er zijn voor dit fragment nog geen annotaties beschikbaar


colofon | cookies | afkortingen