Oorlog / Guerre

Fragment 6 van 8

Hoe kan een tekst, die taal is, buiten de talen staan? Hoe kan men de spreekwijzen van de wereld exterioriseren (naar buiten brengen), zonder zijn toevlucht te nemen tot een laatste spreken vanwaaruit de andere eenvoudig verhaald, gereciteerd zouden worden. Zodra ik benoem, word ik benoemd: gevangen in de wedijver van de namen. Hoe kan de tekst zich aan de oorlog van de ficties, van de sociolecten 'onttrekken'? - Door een voortschrijdende afmattingsarbeid. Ten eerste liquideert de tekst iedere metataal en juist daarin is hij tekst: er is geen stem (Wetenschap, Zaak, Institutie) achter wat hij zegt. Vervolgens vernietigt de tekst tot het einde, tot aan de tegenspraak zijn eigen discursieve categorie, zijn socio-linguïstische referentie (zijn 'genre'): hij is 'het komische dat niet aan het lachen maakt', de ironie die niet onderwerpt, het gejubel zonder bezieling, zonder mystiek (Sarduy), het citaat zonder aanhalingstekens. Tenslotte kan de tekst, als hij er zin in heeft, de canonieke structuren van de taal zelf aantasten (Sollers): het lexicon (uitbundige neologismen, woordketens, translitteraties), de syntaxis (geen logische cel, geen zin meer). Het gaat erom door transmutatie (niet alleen meer door transformatie) een nieuwe alchemistische toestand van de taalmaterie te laten verschijnen: deze ongehoorde toestand, dit witgloeiende metaal, zonder oorsprong en buiten de communicatie, dat is dan taal, en niet een taal, al is ze nog zo uit haar verband gelicht, gemimed, geïroniseerd.

PvdT: 39, PdT: 50, OC3: 1509, OC5: 237


Noten en annotaties

Er zijn voor dit fragment nog geen annotaties beschikbaar


colofon | cookies | afkortingen