Zin / Phrase

Fragment 2 van 3

De Zin is hiërarchisch: hij impliceert onderwerping, onderschikking, innerlijke regering. Vandaar zijn afgeslotenheid: hoe zou een hiërarchie open kunnen blijven? De Zin is afgesloten; hij is zelfs heel nauwkeurig: die taal daar die afgesloten is. Daarin onderscheidt de praktijk zich duidelijk van de theorie. De theorie (Chomsky) zegt dat de zin in principe oneindig is (oneindig catalyseerbaar), maar de praktijk verplicht er steeds toe de zin te beëindigen. 'Elke ideologische activiteit doet zich voor in de vorm van compositioneel afgesloten uitspraken.' Keren we ook deze stelling van Julia Kristeva om: ieder afgesloten uitspraak loopt het gevaar ideologisch te zijn. Het is inderdaad het vermogen om af te sluiten dat de zinsbeheersing definieert en de actoren van de Zin als een duur verworven, veroverd, hoogste vakmanschap kenmerkt. De leraar is iemand die zijn zinnen afmaakt. De geïnterviewde politicus getroost zich zichtbaar veel moeite om een einde aan zijn zin te breien: en als hij zou blijven steken? Heel zijn politiek zou daardoor worden getroffen! En de schrijver? Valéry zei: 'Men denkt niet in woorden, men denkt slechts in zinnen.' Dat zei hij omdat hij schrijver was. Niet hij geldt als schrijver die zijn denken, zijn hartstocht of zijn verbeelding in zinnen uitdrukt, maar hij die in zinnen denkt: een Zin-Denker (dat wil zeggen: niet helemaal een denker, en niet helemaal een zinbouwer).

PvdT: 62, PdT: 80, OC3: 1520, OC5: 250


Noten en annotaties

Er zijn voor dit fragment nog geen annotaties beschikbaar


colofon | cookies | afkortingen