Modern / Moderne
Fragment 4 van 5
De stereotype is het woord dat zonder enige betovering, enige geestdrift herhaald wordt, alsof het natuurlijk was, alsof dit terugkerende woord door een wonder telkens om verschillende redenen op zijn plaats zou zijn, alsof het nabootsen niet meer als nabootsing opgemerkt kon worden: een ongedwongen woord dat aanspraak maakt op consistentie en zich niet bewust is van zijn eigen opdringerigheid. Nietzsche heeft opgemerkt dat 'de waarheid' niets dan de stolling van oude metaforen is. Welnu, in dit opzicht is de stereotype de actuele weg van 'de waarheid', het tastbare spoor dat het bedachte ornament laat overgaan in de canonieke, dwingende vorm van het betekende. (Men zou zich eens een nieuwe taalwetenschap moeten voorstellen; zij zou niet mee de oorsprong van de woorden of etymologie bestuderen, zelfs niet hun verbreiding of lexicologie, maar hun voortschrijdende stolling, hun verdikking in de loop van de historische rede; die wetenschap zou ongetwijfeld subversief zijn, doordat zij heel wat meer zou tonen dan de historische oorsprong van de waarheid, namelijk haar retorische, talige aard.)
Het wantrouwen tegenover de stereotype (gepaard aan het genot van het nieuwe woord of van de onhoudbare rede) is een beginsel van absolute instabiliteit, dat niets respecteert (geen inhoud, geen keuze). De walging ontstaat zodra de verbinding tussen twee belangrijke woorden vanzelf spreekt. En zodra iets vanzelf spreekt, laat ik het vallen: dat is het genot. Onbeduidende ergernis? in de novelle van Edgar Allan Poe overleeft de gehypnotiseerde, stervende mijnheer Waldemar, op het moment van de doodsverstijving, door de herhaling van de tot hem gerichte vragen ('Mijnheer Waldemar, slaapt u?'); maar dit overleven is onhoudbaar: de valse door, de gruwelijke dood is die welke geen einde heeft, eindeloos is ('In Godsnaam! - Snel! - Snel! - breng me in slaap - ofwel, snel! maak me wakker, snel! - Ik zeg u, ik ben dood!'). De stereotype is deze walging wekkende onmogelijkheid om te sterven.
Noten en annotaties
1. Nietzsche
Citaat is afkomstig uit het artikel Over waarheid en leugen in buiten-morele zin
Wat is waarheid dus? Een mobiel leger metaforen, metonymia's, antropomorfismen, kortom een som van menselijke relaties die op poëtische of retorische wijze zijn verheven, overgedragen en opgesierd, en die en volk na lang gebruik als vaststaand, canoniek en bindend voorkomen: waarheden zijn illusies waarvan men vergeten is dat ze illusies zijn geworden, munten die hun beeltenis hebben verloren en nu als metaal, niet meer als munten in aanmerking komen. (Nietzsche, Waarheid en cultuur, Boom 1983, p 114)
Was ist also Wahrheit? Ein bewegliches Heer von Metaphern, Metonymien, Anthropomorphismen kurz eine Summe von menschlichen Relationen, die, poetisch und rhetorisch gesteigert, übertragen, geschmückt wurden, und die nach langem Gebrauche einem Volke fest, canonisch und verbindlich dünken: die Wahrheiten sind Illusionen, von denen man vergessen hat, dass sie welche sind, Metaphern, die abgenutzt und sinnlich kraftlos geworden sind, Münzen, die ihr Bild verloren haben und nun als Metall, nicht mehr als Münzen in Betracht kommen. (KSA1 p880)
2. mijnheer Waldemar / M. Valdemar
M. Valdemar is een figuur uit het korte verhaal The Facts in the Case of Mr.
Valdemar van Edgar Allan Poe (1845). In 1973 geeft Barthes een tekstanalyse van
dit verhaal (OC5-IV 413-442; ook in Aventure Semiologique). Waar Barthes in zijn S/Z uit 1970 een nog min of meer wetenschappelijke aanpak hanteert, is de analyse in dit artikel veel losser opgezet. Het gaat het om het tonen van de signifiance. Codes zijn nu, anders dan in S/Z, een vorm van het déja-lu, een speelse variant op het déja-vu.
Een engelse vertaling van een gedeelte van dit artikel en het verhaal van Poe zelf is te vinden op de site van Eng 541 Contemporary Literary Theory van het college of Humanities and social science van de New York State University (ook als pdf bestand 1e deel artikel Barthes , tekst Poe) Het artikel van Barthes is in Engelse vertaling verschenen in Robert Young's Untying the text, A post-Structuralist reader, Routledge 1981 p 133-158. De vertaling is van Geoff Bennington.
De Nederlandse vertaling De feiten in het geval Valdemar is opgenomen in de bundel 30 Beroemde verhalen, L.J. Veen's Uitgeversmaatschappij, 1976, ISBN 90-204-0496-2, 5e druk. Dit is een vertaling van: Tales of Mystery and Imagination (ged.), vert.door: Hermien Manger en Adrie van Huizen.
"For God's sake!quick!quick!put me to sleepor, quick!waken
me!quick!I say to you that I am dead!"
"Pour l'amour de Dieu! - Vite! - Vite! - faites-moi dormir, - ou bien vite! éveillez-moi vite! - Je vous dis que je suis mort!"
"In Godsnaam! - vlug! - vlug! - breng me in slaap - of, vlug! maak me wakker, snel! - Ik zeg u dat ik dood ben!".