Mandarijnendom / Mandarinat

Fragment 1 van 4

Ik stel belang in de taal, omdat zij mij verwondt of verleidt. Dat is misschien een klasse-erotiek? Maar van welke klasse? Van de bourgeoisie? Die voelt zich helemaal niet aangetrokken tot de taal, die in haar ogen niet eens meer een luxe, een element van een levenskunst is (dood van de 'grote' literatuur(, maar alleen nog middel of decor (fraseologie). Van de volksklasse? Hier is iedere magische of poëtische activiteit verdwenen: geen carnaval meer, er wordt niet meer met de woorden gespeeld: einde van de metaforen, heerschappij van de stereotypen die de kleinburgerlijke cultuur haar opdringt. (De producerende klasse bezit niet noodzakelijk de taal die bij haar rol, haar kracht, haar deugd past. Dus: ontbinding van de onderlinge saamhorigheid, van de empathieën - die hier heel sterk, daar gelijk nul zijn. Kritiek van de totaliserende illusie: ieder willekeurig apparaat uniform allereerst de taal; maar het geheel moet men niet respecteren.)
Blijft een eilandje over: de tekst. Genoegens van een kaste, van het mandarijnendom? het plezier misschien, maar het genot, nee.

PvdT: 48, PdT: 62, OC3: 1513, OC5: 242


Noten en annotaties

Er zijn voor dit fragment nog geen annotaties beschikbaar


colofon | cookies | afkortingen