Zeggen / Dire
Fragment 2 van 3
Is het plezier niet meer dan een klein genot? Is het genot alleen maar een buitensporig plezier? Is het plezier slechts een afgezwakt, aanvaard genot, via een reeks van compromissen omgeleid? Is het genot slechts een brutaal, onmiddellijk plezier (zonder bemiddeling)? Van het antwoord (ja of nee) hangt af hoe we de geschiedenis van onze moderniteit zullen vertellen. Want als ik zeg dat er tussen het plezier en het genot slechts een gradueel verschil bestaat, dan zeg ik tevens dat de geschiedenis gepacificeerd is: de tekst van genot is niets dan de logische, organische, historische ontwikkeling van de tekst van plezier, de avant-garde is nooit meer dan de progressieve geëmancipeerde vorm van de cultuur uit het verleden: het heden komt voort uit het verleden, Robbe-Grillet zit al in Flaubert, Sollers in Rabelais, heel Nicolaes de Stael in twee vierkante centimeter Cézanne. Maar als ik daarentegen geloof dat het plezier en het genot parallelle krachten zijn, dat zijn elkaar niet kunnen ontmoeten en dat er tussen hen meer dan een strijd bestaat: een niet-communicatie, dan moet ik wel beseffen dat de geschiedenis, onze geschiedenis niet vreedzaam is, misschien zelfs niet verstandig, dat de tekst van genot er altijd in opduikt als schandaal (als hapering), dat hij altijd het spoor is van een breuk, van een affirmatie (en niet van een ontluiking) en dat het subject van deze geschiedenis (dat historische subject dat ik te midden van anderen ben) nooit tot rust kan komen door de liefde voor de werken uit de voorbije tijd en de steun aan de moderne werken in een mooie dialectische, synthetiserende beweging samen te brengen, maar dat het daarentegen altijd alleen maar een 'levende tegenspraak' is: een gespleten subject dat door de tekst heen tegelijk geniet van de consistentie van zijn ik en van zijn val.
Noten en annotaties
Er zijn voor dit fragment nog geen annotaties beschikbaar